Dit verhaal vertelt de belevenissen van een hele oude Slak, vele jaren geleden. Op een dag voelt de Slak een kramp in zijn voet. Stilletjesaan komt hij erachter dat de kramp in zijn voet zijn eigen machteloosheid en verdriet is over al wat misloopt in de wereld en gaat op weg. Tijdens zijn avonturen ontmoet hij dieren en mensen met wie hij filosofeert over de zin en de onzin van het leven. Samen met de Slak leren we de rups, de kever, de professor, de heks, de kraai en vele anderen kennen. Ieder van hen heeft zo wel zijn/haar eigen antwoord gevonden op de levensvragen waarmee de Slak worstelt.

"Het verhaal van de Slak" is gebaseerd op het originele verhaal "Op weg naar Bethlehem" van Annegert Fuchshuber uit de jaren '80. We trokken het verhaal open om een breder publiek te bereiken. Zonder expliciete verwijzingen naar het oorspronkelijke kerstverhaal probeerden we wel de essentie van Kerstmis weer te geven. Ook dit verhaal gaat over mens(elijker) zijn/worden.

Het verhaal richt zich tot kinderen, maar spreekt jong en oud aan. Je kan het thuis met het gezin volgen of op school als start van de dag of in (eender welke) godsdienstles of zedenleer. "Het verhaal van de slak" is een initiatief van 2 ouders in hun poging op een leuke en zinvolle manier met hun kinderen samen af te tellen naar Kerstmis.

Volg je de Slak liever via Facebook? Dat kan, ook daar heeft hij een plekje gevonden. Neem zeker een kijkje.

dinsdag 2 december 2014

De wolf

 De slak had ontzettend slecht geslapen. De kever snurkte zo hard dat de slak het zelfs door de muren van zijn huisje kon horen. Moe vertrok de slak de volgende morgen verder, niet wetende waar naartoe. De pijn in zijn voet ging ook maar niet over. De Slak wilde absoluut te weten komen wat het was. Vanzelf zou het niet weggaan!
Een eindje verder stond een wolf, aan de rand van het bos, verscholen achter wat kreupelhout en loerde naar de slak.
“Goeiemorgen”, zei de slak vriendelijk en kroop rustig verder: diep in gedachten verzonken.
De wolf fronste verbaasd zijn wenkbrauwen. Bijna nooit zei iemand iets liefs tegen de wolf. De wolf vond zichzelf best aardig, maar door al die verhalen over “de boze wolf” begon hij bijna zelf te geloven dat hij een boze wolf was.
“Euh…goeiemorgen”, antwoordde de wolf, “ben jij dan niet bang voor mij?” De slak draaide zich om en bekeek de wolf eens goed: Het was een kolossaal beest met groene, fonkelende ogen, een ruigbehaarde vacht en een hele grote bek vol scherpe tanden. Inderdaad een dier om schrik van te hebben. “Tja”, antwoordde de slak, “je ziet er inderdaad erg gevaarlijk uit, maar je doet me niets, dus hoef ik niet bang te zijn.” Daar had de slak wel gelijk in. De wolf knikte verdrietig. De slak was toch maar één van de weinigen die zich niets aantrok van hoe hij eruit zag of wat iedereen vertelde over hem. “Ik zou willen dat iedereen zo dacht als jij”, zei hij, “dat zou veel eerlijker zijn!” Nu was het de beurt aan de slak om verdrietig te knikken. Eérlijk!? De wereld was helemaal niet eerlijk. De wereld was om zeep, als je de kever mocht geloven. En zo stonden de wolf en de slak nog een hele tijd, daar aan de rand van het bos. Ze staarden alle twee in de verte en af en toe knikte één van hen.

-          nog 23 dagen tot Kerstmis -