
Terwijl de schrijver maar bleef verder schrijven, keek de Slak om zich heen. De adelaar zat nog steeds naast rustig over de zee te turen, de zon scheen over het eiland, niet te fel en niet te zwak. Een zeebriesje verfriste de Slak zonder dat hij het er koud van kreeg. Alles was net als in zijn droom over het aardbeienveld...Droomde hij dan? De Slak wreef zijn ogen uit, raapte zijn moed bij elkaar en vroeg toen beleefd aan de adelaar: "zou ik alsjeblieft met jou een eindje over het eiland mogen vliegen? Ik zou zo graag zien hoe het hier is, maar dat zou mij uren, misschien zelfs dagen kosten en ik heb het gevoel dat het niet zo lang kan wachten."
De adelaar zette de Slak vriendelijk op zijn rug en daar vlogen ze. De Slak zag opnieuw de mooiste taferelen: een jongen hielp een oude vrouw bij het oversteken, kinderen speelden vrolijk op de straat, er was helder water en prachtige groenvlaktes en een eindje verder stroomde heel wat volk bij elkaar. Ook de adelaar had het gezien en hij vloog wat lager opdat de Slak kon zien wat er gebeurde. Vrouwen lachten en kinderen dansten in het rond, mannen knikten geruststellend naar elkaar en van overal kwam men met geschenken. Er was een kind geboren...het grootste wonder dat mensen kan overkomen, een wonder waar gelukkig geen woorden voor bestaan. De Slak keek zijn ogen uit en voelde zich gelukkig en hoopvol. "dit kleine, lieve kindje heeft in mijn reisverhaal het laatste woord", dacht hij, "het woord van vrede, geluk en liefde."
.
- morgen is het Kerstmis -
Geen opmerkingen:
Een reactie posten