De Slak had met zijn overvolle buik héérlijk gedroomd. Hij had gedroomd van een reusachtig groot aardbeienveld waar hij niets anders hoefde te doen dan eten en slapen. Maar er was nog meer dan dat. Alles was leuk. Het weer was niet te warm of te koud. Er waaide een heerlijk briesje en het regende enkel ’s nachts. Er waren bloemen en palmbomen en een prachtige blauwe zee. Overal zag de Slak de gekste dingen. Zo had een klein lammetje zich in de armen van een grote leeuw genesteld om zijn middagdutje te doen en een baby maakte plezier met een slang. De Slak schoot wakker op zijn bedje van mos vlak naast de weg. "Het was maar een droom", dacht hij teleurgesteld. Hij keek omhoog en zag tussen de bladeren van een boom sappige, rode appels glimmen. Hem zou het uren kosten om tegen die hoge stam op te klimmen voor zo'n heerlijke appel. Toen zag hij een vogel. Pijlsnel kwam de vogel aanvliegen, ging op een tak zitten en begon aan de mooiste vruchten te pikken.
"Ik wou dat ik een vogel was", zuchtte de Slak.Maar op datzelfde ogenblik kwam een grote roofvogel aanvliegen en greep de kleine vogel met zijn klauwen. Hij stak het arme diertje in zijn bek en vloog ermee weg.De Slak zag het gebeuren en dacht: "Ik ben blij dat ik een slak ben", plots wél tevreden met wie hij was.- nog 16 dagen tot Kerstmis -