De schrijver was begonnen met schrijven. Toen de Slak de lucht in keek, zag hij een uil op zich afkomen. De uil kwam met een vies gezicht aanvliegen.
“Wat is er?”, vroeg de Slak. “Wat een roteiland”, zei de uil.”
“Waarom is dit een roteiland”, verschoot de slak? “Het is toch een mooi eiland met een mooie blauwe lucht en prachtige zee?”
“Ja dat is het wel” , zei de uil. “Maar ik zag wel een jongen die een oude vrouw beroofde, en kinderen maakten lawaai op straat, er was een kind geboren en niemand kwam een cadeau brengen.” “ECHT!!!”, riep de Slak . “Dat meen je niet.”
“Jawel”,
zei de uil. “Dit is inderdaad een prachtig eiland. Ja, dat is waar. Maar het is niet omdat het
eiland mooi is dat de mensen even lief zijn.” “Ja, maar ik dacht…” “Niet denken Slak, zeker zijn!”, onderbrak de uil hem. En nadat hij deze woorden had uitgesproken, vloog hij weg. Waar de uil naartoe ging wist de Slak niet. “Ik denk niet dat dit een slecht eiland is”, dacht de Slak, “dat zoek ik morgen uit!”
- nog 2 dagen tot Kerstmis -